Nierbekkenontsteking bij kinderen

In het nierbekken wordt urine verzameld voordat het via de urineleider naar de blaas en de plasbuis gaat. De oorzaak van de ontsteking is vaak een bacterie die van de dikke darm, via de plasbuis en de blaas, in de nieren terechtkomt. Dat kan bijvoorbeeld de bacterie E. coli zijn.

• Hoge koorts
• Rillingen
• Braken
• Pijn in de zij of lage onderrug
• Pijn bij het plassen
• Troebele urine

• Weinig drinken
• Kreunen
• Grauwe huidskleur
• Prikkelbaar

Wanneer je kind wordt opgenomen in het ziekenhuis, neemt de zorgverlener bloed en urine af om te onderzoeken.

1. Via een infuus krijgt je kind 3 tot 5 dagen lang antibiotica. Als de bacterie ook in het bloed zit, krijgt je kind tot 7 dagen antibiotica.
2. De arts maakt eventueel een echografie om te kijken of er geen reflux is van de blaas naar de nieren. Indien nodig wordt dat daarna gecontroleerd met een cystografie. Dat is een röntgenfoto van de urinewegen.
3. Thuis heeft je kind geen infuus meer. De antibiotica worden dan gegeven in de vorm van siroop.
4. Na 6 maanden vraagt de arts soms een DMSA-scan aan. Dat is een scan van de nieren waarmee de arts kan zien of de nierbekkeninfectie littekenweefsel heeft veroorzaakt. Als je kind ouder wordt, kan littekenweefsel een hoge bloeddruk veroorzaken.

Bespreek met je arts welke medicatie je kind nodig heeft en wanneer je eventueel een afspraak moet maken voor de scans.