Aandoeningen

Je hart slaat te snel, te traag of onregelmatig. Bij een hartritmestoornis is je hartritme verstoord.

Een aangeboren afwijking waarbij er een spleet in de bovenlip en/of gehemelte is.

Sommige kinderen hebben moeite om een gezonde band op te bouwen met de persoon die voor hen zorgt, zoals de ouders. Het kind is bijvoorbeeld erg aanhankelijk, of erg afwijzend.

Heesheid of dysfonie ontstaat als je stembanden niet mooi en regelmatig trillen. Daardoor kan je stem ruw en minder krachtig klinken.

Een blaar of een wonde als gevolg van hete vloeistof.

Aanwezigheid van bloed in de urine. Dit kan wijzen op een aandoening van de nieren of urinewegen.

Hemochromatose is een erfelijke aandoening waarbij er te veel ijzer in je lichaam aanwezig is. Dat stapelt zich op in bijvoorbeeld je lever, hart en/of alvleesklier.

Bij hemofilie is er in je bloed een tekort aan een specifiek stollingseiwit. Daardoor stolt je bloed niet goed en bloed je snel en langer.

Hemoglobinopathieën zijn erfelijke afwijkingen van een eiwit in je rode bloedcellen: hemoglobine. Dat bindt en transporteert zuurstof. Voorbeelden: sikkelcelziekte en thalassemie.

Dit is een zeldzame aandoening waarbij kleine bloedvaatjes ontstoken raken (vasculitis). Het gaat bij deze ziekte vooral om de kleine bloedvaatjes van de huid, darmen en nieren.

Hepatitis B is een aandoening die je krijgt door een virus. Je lever kan erdoor ontstoken raken. De ziekte is besmettelijk, maar er bestaat een vaccin tegen.

Hepatitis C is een ziekte die je krijgt door een virus. Je lever kan erdoor ontstoken raken. Hepatitis C is besmettelijk en wordt meestal doorgegeven via bloed. Er is geen vaccin.