Op deze pagina
- Wat is instabiliteit van de schouder?
- Soorten schouderinstabiliteit
- Oorzaak van een instabiele schouder
- Mogelijke klachten
- Wanneer is een ingreep nodig?
- Het verloop van de ingreep
- Aandachtspunten op de dag van de ingreep
- De revalidatie
- Mogelijke ongemakken na een ingreep voor schouderinstabiliteit
- Opvolging na een artroscopie of Latarjet-procedure
- Waar gebeurt een artroscopie of Latarjet-procedure?
Wat is instabiliteit van de schouder?
Het schoudergewricht bestaat uit een bol en een kom. Rond het schoudergewricht zitten pezen en spieren. Het is het soepelste gewricht van je lichaam. Je schouder heeft dan ook een zeer grote beweeglijkheid. Maar daardoor is het schoudergewricht helaas ook vrij instabiel.
Schouderinstabiliteit betekent dat je schouder té los zit. Dat komt doordat de structuren die voor stabiliteit zorgen niet meer goed functioneren. Je schouder kan dan gemakkelijk ontwrichten – gedeeltelijk of zelfs volledig – bij een val of een verkeerde beweging.
Bij ontwrichting gaat je schouder ‘uit de kom’. Je voelt dan een uitgesproken pijn en kan je schouder niet meer bewegen. Meestal zie je ook een misvorming van het gewricht. Je schouder kan ook gedeeltelijk ontwrichten. In dat geval voel je een klik en een oncomfortabel gevoel in je schouder.
Wanneer je schouder uit de kom gaat, scheurt een rand van kraakbeen af. Soms wordt daardoor ook het bot van de bol of de kom zelf beschadigd. Die structuren genezen daarna meestal onvoldoende. Gevolg? De bol krijgt te veel speling en kan in de toekomst snel opnieuw uit de kom gaan. Je schouder is dus instabiel.
Soorten schouderinstabiliteit
In 95% van de gevallen ontwricht de schouder naar voren (anterieure instabiliteit). In de overige 5% ontwricht de schouder naar achteren (posterieure instabiliteit).
Oorzaak van een instabiele schouder
Een instabiele schouder kan verschillende oorzaken hebben.
- Schouderinstabiliteit is meestal het gevolg van een ongeval.
- De aandoening kan ook optreden na een sportblessure.
- Bij aangeboren instabiliteit is er sprake van hyperlaxe of zeer losse gewrichten.
- Schouderinstabiliteit komt ook voor als de schouder frequent in extreme posities wordt gebracht. Denk bijvoorbeeld aan herhaaldelijke beweging boven het hoofd.
Mogelijke klachten
Patiënten met een instabiele schouder hebben vaak last van
- herhaaldelijke (bijna-)ontwrichtingen,
- het gevoel dat de schouder de neiging heeft om uit de kom te gaan,
- pijn in de schouder, voornamelijk bij plotse bewegingen of
- een hoorbare of voelbare klik wanneer de schouder beweegt.
Wanneer is een ingreep nodig?
Een ingreep is nodig
- als je schouder regelmatig uit de kom gaat
- als je schouder op jonge leeftijd uit de kom gaat
- als het bot van de kom en/of de bol van je schouder beschadigd is of
- als je een contactsporter bent.
Het verloop van de ingreep
De ingreep zelf gebeurt onder algemene verdoving. Je bent dus niet wakker tijdens de ingreep. Je krijgt ook een zenuwverdoving via een spuitje in de nek. Die prik verdooft de zenuwen die naar de schouder en de arm lopen. Hierdoor heb je minder pijn na de ingreep.
De ingreep kan artroscopisch gebeuren volgens de Bankart-procedure – via een kijkoperatie – of via een open procedure, die we de Latarjet-procedure noemen. Dat hangt af van de beschadiging van het bot, de kwaliteit van de ligamenten, het aantal ontwrichtingen en hoe actief je bent.
Bij een artroscopie wordt de kraakbeenrand terug op het gewrichtsvlak van het schouderblad bevestigd.
Bij een Latarjet-procedure wordt een stukje bot van het schouderblad weggehaald en verplaatst naar de rand van het schouderblad. Daar wordt het vastgezet met 2 schroeven, waardoor het functioneert als ‘bumper’ om de schouder te stabiliseren. Deze ingreep duurt ongeveer 30 tot 45 minuten.
Na de ingreep gebeurt meestal tijdens een dagopname. Daarna legt de kinesitherapeut een reeks oefeningen uit en bespreekt die je verdere revalidatie.
Na 2 weken mag de huisarts je hechtingen verwijderen. Na een 4-tal weken kom je opnieuw langs bij de arts voor een controle.
Aandachtspunten op de dag van de ingreep
- Omdat de ingreep onder sedatie of volledige verdoving gebeurt, moet je de dag van de ingreep nuchter zijn. Dat betekent dat je vanaf 6 uur voor de ingreep niet meer mag eten, drinken of roken.
- Vraag je arts of hoofdverpleegkundige of je dagelijkse medicatie zoals gewoonlijk mag nemen met een klein beetje water.
- Breng geen make-up aan.
- Waardevolle juwelen laat je beter thuis.
- Draag losse bovenkleding. Vaak vragen we om die te wisselen voor een operatieschortje.
De revalidatie
Omdat de ligamenten terug moeten vastgroeien, hou je na de ingreep je arm 3 tot 4 weken lang in een draagband. Na die 4 weken start je met kinesitherapie om de beweeglijkheid in je schouder terug te krijgen en je spieren terug op te bouwen. Na 4 tot 6 maanden kan je meestal opnieuw beginnen met sporten.
Mogelijke ongemakken na een ingreep voor schouderinstabiliteit
Een licht ongemak is normaal na de ingreep. Eventueel kan je paracetamol (bijvoorbeeld Dafalgan) innemen om de last te verlichten.
Bij elke ingreep die je uitvoert op het lichaam, kunnen er verwikkelingen optreden. Ze kunnen voorkomen na de ingreep, maar ook vele jaren later. Dit zijn de meest frequente en belangrijkste complicaties die kunnen optreden na een artroscopie of na een Latarjet-procedure. Vraag je arts gerust om meer uitleg.
- infecties
- pijn
- zwelling
- een branderig en warm gevoel
- verstijving van de schouder (frozen shoulder)
- een niet-vastgegroeid botblokje of losgekomen schroeven
Wanneer contact opnemen?
Neem zeker contact op bij
- bij aanhoudende koorts: meer dan 38°
- bij plotse pijnlijke toename van zwelling in je schouder
- bij vochtverlies uit de wonde
- bij kortademigheid of een ongewone pijn in de borststreek.
Opvolging na een artroscopie of Latarjet-procedure
In overleg met je arts worden een eerste controle en alle volgende consultaties afgesproken.
Hoeveel kost de behandeling van een instabiele schouder?
- De behandeling van een instabiele schouder en het verblijf in het ziekenhuis worden grotendeels vergoed door het ziekenfonds.
- Het deel van de factuur waarvoor je ziekenfonds niet tussenkomt, moet je zelf betalen, tenzij je een aanvullende hospitalisatieverzekering hebt. Verwittig daarom de verzekeringsmaatschappij voor de ingreep, zodat je de juiste polisvoorwaarden kent en niet voor verrassingen komt te staan.
Waar gebeurt een artroscopie of Latarjet-procedure?
De ingreep gebeurt in het dagziekenhuis van ZAS Cadix, ZAS Palfijn of ZAS Vincentius.
De controles achteraf vinden plaats in ZAS Augustinus, ZAS Cadix, ZAS Hoge Beuken, ZAS Middelheim, ZAS Palfijn, ZAS Sint-Jozef, ZAS Vincentius of in de privépraktijk van je arts.