Bij deze gedeeltelijke verdoving maakt de anesthesist een bepaald deel van je lichaam gevoelloos of bewegingloos. Je blijft dus bij bewustzijn. Als je dat wenst, kan je wel een slaapmiddeltje krijgen om tijdens de ingreep wat te soezen. De operatie gebeurt achter een operatiescherm zodat je daar niets van ziet.
Mogelijke hulpmiddelen om je te helpen ontspannen tijdens de ingreep zijn een koptelefoon met muziek, een virtual-reality-bril voor aandachtscontrole of bepaalde medicijnen. Niet elk hulpmiddel is op elke site beschikbaar.
Het voordeel bij een gedeeltelijke verdoving is dat de plaatselijke pijnbestrijding na de operatie nog een tijd blijft werken, dat je je niet suf voelt en dat de kans kleiner is dat je je misselijk voelt.
Zenuwblokkades worden uitsluitend uitgevoerd door anesthesisten die daarvoor speciaal opgeleid zijn. Ze gebeuren onder bewaking, in de operatiezaal.
Toediening verdovingsmiddel
Een zenuwblok blokkeert de doorstroming van pijnprikkels naar de hersenen. Een echografie helpt de anesthesist de plaats te bepalen waar de naald het best wordt ingebracht. Er kunnen ook zeer kleine elektrische stroomstootjes door de naald gevoerd worden. Als de naaldpunt vlak bij de zenuw komt, zal je die stroomstootjes voelen of kleine spierschokjes gewaarworden. Zo kan de anesthesist het verdovingsmiddel precies op de goede plaats inspuiten.
Door de verdoving van de zenuw of zenuwbundel (plexus) wordt het verdoofde gebied gevoelloos en ervaar je tijdelijk krachtverlies.
Soms wordt in de buurt van de zenuw of zenuwbundel een katheter (zeer dun buisje) geplaatst. Via die weg kan je de eerste dagen na de operatie pijnmedicijnen toegediend krijgen.
Toepassing zenuwverdoving
Een zenuwverdoving wordt gebruikt om pijnstilling te geven tijdens en na een operatie. De werkingsduur varieert van 2 tot 24 uren afhankelijk van de plaats en het gebruikte verdovingsmiddel.
Een zenuwverdoving kan als enige vorm van verdoving gebruikt worden of in combinatie met sedatie of een algemene verdoving.
Soorten zenuwverdovingen
Er bestaan verschillende technieken. De meest gebruikte is een plexusblok. In dat geval blokkeert de anesthesist een groep van zenuwen (plexus).
Enkele voorbeelden van plexusverdovingen:
- Axillairblok: in de oksel
- Femoralisblok: in de lies
- Interscalenusblok: in de hals
- Plexus cervicalisblok: in de hals aan de zijkant
- Popliteaalblok: net iets boven de kniekuil
- Supra- of infraclaviculair blok: boven of onder het sleutelbeen
Deze lijst is niet volledig. Er bestaan nog veel andere soorten zenuwverdovingen.
Bijwerkingen en risico’s
Een verdoving kan bijwerkingen met zich meebrengen. Afhankelijk van de soort verdoving, zijn er soms ook risico’s aan verbonden.
Lees meer over mogelijke bijwerkingen en risico’s bij een volledige of gedeeltelijke verdoving.