banner website

Longfunctieonderzoek

longfunctietest
Dit onderzoek geeft informatie over de werking van je longen. We meten onder andere de inhoud van je longen en de zuurstofopnamecapaciteit.

Wat is een longfunctieonderzoek en hoe vaak is het nodig?

Tijdens een longfunctieonderzoek testen we hoe goed je longen functioneren. Zo kan een arts een correctere diagnose stellen, het resultaat van een behandeling nagaan of de evolutie van een ziekte volgen.

Bij mensen met long- of ademhalingsproblemen wordt dat onderzoek vaak gedaan om een probleem te kunnen achterhalen. Als er afwijkingen worden vastgesteld, zijn er vaak aanvullende en/of controleonderzoeken nodig.

Waar gebeurt een longfunctieonderzoek?

Het onderzoek gebeurt ambulant op de raadpleging. Een opname is dus niet nodig.

Het onderzoek vindt plaats in ZAS Augustinus, ZAS Cadix, ZAS Hoge Beuken, ZAS Middelheim, ZAS Palfijn, ZAS Polikliniek Hof ter Schelde, ZAS Sint-Jozef of ZAS Vincentius.

Kinderen tot en met 15 jaar kunnen terecht in ZAS Augustinus, ZAS Palfijn, ZAS Paola of ZAS Vincentius. 

Aandachtspunten voor een longfunctieonderzoek

  • Als je thuis zuurstof gebruikt (voorgeschreven door een arts), probeer dat dan 5 minuten voor de test niet te doen.
  • Doe vlak voor het onderzoek geen zware inspanning, zodat je rustig en ontspannen bent.
  • Neem geen zware maaltijd voor het onderzoek.
  • Probeer 1 uur voor het onderzoek niet te roken. 

Hoe verloopt een longfunctieonderzoek?

  • Om de resultaten op een correcte manier te interpreteren, meten we eerst je lengte en je gewicht.
  • Daarna vragen we je om een mondstuk te plaatsen tussen je tanden (of tandprothese) en lippen. Via dat mondstuk ben je verbonden met het toestel waarmee we de werking van je longen nagaan.  
  • Daarna sluiten we je neus af met een neusklem.
  • Nu adem je rustig in en uit langs de mond. Je volgt verder de instructies op die we je geven (zoals volledig uitademen, heel hard blazen, heel diep inademen).
  • Alle longfunctietesten worden zittend uitgevoerd.
  • De onderzoeken kunnen wat vermoeiend zijn omwille van het vele blazen maar zijn niet gevaarlijk of pijnlijk. 

Wat meten we tijdens een longfunctieonderzoek?

Een longfunctieonderzoek bestaat uit 3 onderdelen: spirometrie, weerstandsmeting en longdiffusietest. 

Een spirometrie is het basisonderzoek en omvat onder andere de ‘1 seconde waarde’. Dat is de hoeveelheid lucht die je na een zo diep mogelijke inademing in 1 seconde tijd kan uitblazen.

Doel: Nagaan of er een luchtwegvernauwing is, als bepaling van de bruikbare longinhoud.

Verloop: Deze test bestaat uit 3 delen: 1) een diepe, volledige inademing, 2) een geforceerde, volledige uitademing en 3) een geforceerde, volledige inademing.

Tijdens deze test moedigen we je continu aan om je uiterste best te doen. We herhalen de test enkele keren om een zo correct mogelijk resultaat te krijgen. 

De volumemeting gebeurt onder andere in de ‘body box’, een glazen kast die we volledig kunnen afsluiten. Je blijft ons horen via een intercomsysteem.

Doel: De longvolumes en luchtweerstand meten.

Verloop: We vragen je om rustig in en uit te ademen door het mondstuk. Vervolgens sluit er een klepje en is het de bedoeling dat je rustig in- en uitademt tegen dat klepje. Om de totale longinhoud te meten, adem je volledig uit om dan nadien weer helemaal in te ademen. 

Doel: Nagaan hoeveel zuurstof er vanuit de longen in het bloed kan worden opgenomen. We noemen dat de diffusiecapaciteit.

Verloop: We vragen je om rustig volledig uit te ademen, dan snel diep in te ademen en je adem vast te houden gedurende 10 seconden. Vervolgens mag je weer volledig uitademen. 

Welke bijkomende testen zijn soms nodig?

Bij bepaalde aandoeningen zijn er soms extra testen nodig. 

Doel: Nagaan hoe de luchtwegen reageren op luchtwegverwijdende medicatie. We gebruiken daarvoor een luchtwegverwijder (Ventolin-puffer).

Verloop: Eerst meten we de ‘1 seconde waarde’. Vervolgens krijg je 4 Ventolin-inhalaties en na 10 tot 15 minuten meten we opnieuw deze waarde. 

Doel: Hyperreactiviteit of overgevoeligheid van de luchtwegen meten.

Verloop: We laten je een luchtwegvernauwende, prikkelende stof (histamine of methacholine) inademen, waarvan we de dosis langzaam opdrijven. Iedere 2 minuten controleren we je ‘1 seconde waarde’.

Aan de hand van die meetresultaten kunnen we vaststellen of astmatische klachten (hoesten, piepen en benauwdheid) kunnen worden opgewekt. Na dit onderzoek krijg je altijd luchtwegverwijdende medicijnen (Ventolin).

Mogelijke ongemakken na het onderzoek: Je kan tijdelijk wat last hebben van een prikkelhoest, lichte keelpijn of heesheid.

Opgelet: Voor dit onderzoek moet je tijdig stoppen met bepaalde antiallergische medicatie: antihistaminica (cetirzine, Zyrtec, Xyzall, loratadine, Bellozal, bilastine, desloratadine, Aerius …) en montelukast. Zo mogelijk vragen we om 5 dagen voor het onderzoek te stoppen met die medicijnen te nemen. Als je ze wel nog inneemt tijdens de testen zijn die vals normaal. Ook puffers kunnen interfereren. Voor een provocatieproef moet je alle inhalatietherapieën in elk geval minimaal 48 uur op voorhand stoppen. Vraag aan je longarts welke puffers je dient te stoppen en wanneer. 

Doel: De concentratie stikstof meten in de lucht die je uitademt. Zo kunnen we luchtwegontstekingen en gevoeligheid van je luchtwegen opsporen.

Verloop: We vragen je om maximaal uit te ademen en daarna maximaal in te ademen door een filter. Ten slotte moet je de lucht gedurende 10 seconden door de filter uitblazen. 

Doel: Nagaan of je allergisch bent voor de meest voorkomende allergenen in de lucht (bijv. huisstofmijt, schimmels en pollen).

Verloop: Op de binnenkant van je arm brengen we verschillende testallergenen aan. Dat gebeurt in de vorm van druppeltjes die daarna worden aangeprikt. Als je allergisch bent, ontstaat er een plaatselijke zwelling en roodheid van de huid. Dat resultaat wordt vastgesteld na een 20-tal minuten.

Opgelet: Voor dit onderzoek moet je tijdig stoppen met bepaalde antiallergische medicatie: antihistaminica (cetirzine, Zyrtec, Xyzall, loratadine, Bellozal, bilastine …) en montelukast. Zo mogelijk vragen we om 5 dagen voor het onderzoek te stoppen met die medicijnen te nemen. Als je ze wel nog inneemt tijdens de testen zijn die vals normaal. 

Doel: De spierkracht van je ademhalingsspieren meten.

Verloop: Via een mondstuk doe je een maximale inspanning om in of uit te ademen tegen een weerstand. 

Bij deze test meten we welke afstand je kan afleggen binnen 6 minuten. Tijdens de test meten we je zuurstofsaturatie (zuurstofgehalte in het bloed) en je hartslag. 

Deze uitgebreide inspanningstest geeft een zeer compleet beeld van je conditie. 

We nemen een bloedstaal uit de slagader in je pols om het zuurstof- en koolzuurgehalte in je bloed te meten. Zo komen we te weten hoe goed je longen functioneren. 

Tijdens een slaaponderzoek bestuderen we je slaapstructuur, je ademhaling, je hartritme en de bewegingen van je lichaam ‘s nachts. 

Wanneer krijg je het resultaat van een longfunctieonderzoek?

Meteen na het onderzoek bespreekt je longarts de resultaten met jou. 

Vragen of opmerkingen?

Schrijf ze op en breng ze mee op de dag van het onderzoek. Je arts of de verpleegkundige beantwoordt graag je vragen. 

Laatst bijgewerkt op 03/12/2024
1 - 2 van 2