Wat is een voedselprovocatietest?
Bij een voedselprovocatietest krijgt je kind in het ziekenhuis kleine beetjes van een voedingsmiddel waarvoor hij of zij misschien allergisch is. Denk bijvoorbeeld aan ei of pinda. Zo kunnen artsen in een veilige omgeving nagaan of het eten nog een reactie uitlokt, en of een bepaald dieet nog nodig is of niet. De test gebeurt altijd onder toezicht van medisch personeel, zoals één of meerdere verpleegkundigen en een kinderarts.
Waarom deze test?
Soms is het moeilijk om te zien of een kind echt allergisch is voor bepaalde voedingsmiddelen. Zelfs met bloed- of huidtesten blijft er soms twijfel. De voedselprovocatietest kan een antwoord bieden op de vraag: is mijn kind allergisch voor dit voedingsmiddel?
Wanneer kan de test doorgaan?
Je kind mag niet ziek zijn op de dag van de test. Ook niet de dagen ervoor. Je kind mag op het moment van de test ook geen last hebben van:
- eczeem
- astma
- netelroos
- hooikoorts
Twijfel je of de test kan doorgaan?
Bel dan naar je arts of naar het dagziekenhuis. Als het nodig is, stellen we de test uit.
Moet ik de medicatie van mijn kind onderbreken?
Neussprays en puffers die je kind elke dag gebruikt, mag je gewoon blijven geven. Deze medicijnen moet je wel stoppen:
Antihistaminica (tweede generatie) Bijvoorbeeld: desloratadine, Aerius, cetirizine, levocetirizine, bilastine, Bellozal, rupatadine, Rupatall, levocetirizine, Xyzall,… | Stop minstens 72 uur voor de test. |
Antihistaminica (eerste generatie) Bijvoorbeeld: Fenistil, Ketotifen (Zaditen),… | Stop minstens 7 dagen voor de test. |
Montelukast | Stop minstens 24 uur voor de test. |
Corticoïden (behalve neusspray) Bijvoorbeeld: Medrol, Solumedrol | Overleg met je arts. |
Andere medicijnen | Overleg met je arts. |
Hoe verloopt de test?
- Je kind mag nog eten tot 4 uur voor de test. Bij jongere kinderen is een lichte maaltijd nog toegelaten tot 2 uur ervoor. Borstvoeding mag tot vlak voor de test.
- Bij een jong kind kan je thuis al wat verdovende zalf op de huid doen, zoals Emla®. Dit wordt vooraf met je besproken.
- Voor de test doet de kinderarts een onderzoek. Daarna krijgt je kind een infuus.
- We beginnen met een heel klein beetje van het voedingsmiddel.
- En daarna geven we het elke 15 tot 30 minuten opnieuw. We gaan alleen verder als je kind geen klachten heeft.
- Voor elke nieuwe stap kijken we of je kind symptomen heeft.
- Als het nodig is, onderbreken we de test. Jij of de arts kan de test altijd stopzetten.
- Na de laatste dosis houden we je kind minstens 2 uur in het oog. Soms is een langere observatie nodig. Dan bespreekt de arts dat met je.
- Bij milde reacties mag je naar huis 2 uur nadat de symptomen verdwenen zijn.
- Als de reacties ernstig waren, observeren we wat langer of laten we je kind een nacht in het ziekenhuis blijven.
- Had je kind geen allergische reactie? Blijf dan het geteste voedingsmiddel minstens 1 keer per week aanbieden, in overleg met je dokter.
- Was er wél een allergische reactie? Zorg dan dat je kind het voedingsmiddel zeker niet meer krijgt.
Risico's en voordelen van deze test
Risico's
Je kind kan een allergische reactie krijgen tijdens de test. Daarom doen we de test altijd met medisch personeel erbij.
Voordelen
Het grote voordeel is zekerheid:
- Misschien blijkt uit de test dat je kind niet allergisch is voor het geteste voedingsmiddel. Dan hoef je dat voedingsmiddel niet langer te mijden. Dat maakt het leven makkelijker voor jou en je kind. Hoe meer verschillende dingen je kind kan eten, hoe gezonder het dieet.
- Bevestigt de test dat je kind allergisch is? Dan krijg je meer vertrouwen, omdat je nu weet wat je moet vermijden, hoe je de klachten behandelt en hoe je allergische reacties voorkomt.
Vragen?
Heb je vragen of opmerkingen? Dan je terecht bij je behandelend kinderallergoloog.
ZAS Augustinus
Dr. Athina Van Gasse
Dr. Sascha Van Nuijs
Dr. Tine Martens
ZAS Paola
Dr. Ine Decuyper
Dr. Sabine Rozenberg
ZAS Palfijn
Dr. Axelle Vuylsteke
Dr. Marie-Line Van Der Poorten
ZAS Vincentius
Dr. Daphnée Ophoff