banner website

TUR blaas

transurethrale resectie blaas (TURB), wegname blaastumor via plasbuis
Een TUR blaas dient om via je plasbuis blaastumoren weg te halen.

Waarom een TUR blaas?

Je uroloog heeft je verteld dat je 1 of meerdere tumoren in de blaas hebt. Om te kunnen zien over welk soort tumoren het juist gaat, is het belangrijk om ze weg te halen. Dat gebeurt met een operatie via de plasbuis. We noemen dat een transurethrale resectie van de blaas (TUR blaas). 

Waar gebeurt een TUR blaas?

  • De ingreep gebeurt in ZAS Augustinus, ZAS Cadix, ZAS Middelheim, ZAS Palfijn of ZAS Vincentius.
  • De controles achteraf vinden plaats in ZAS Augustinus, ZAS Cadix, ZAS Middelheim, ZAS Palfijn, ZAS Sint-Jozef, ZAS Vincentius of in de privépraktijk van je uroloog. 

Voorbereiding op een TUR blaas

  • Tijdens een consultatie vooraf bespreekt je uroloog het verloop van de operatie en de soort verdoving.
  • Een TUR blaas gebeurt onder volledige verdoving of epidurale verdoving. Daarom vragen we je om de vragenlijst voor de preoperatieve voorbereiding in te vullen of krijg je een uitnodiging voor een gesprek met een van onze anesthesisten.
  • Ben je 65 jaar of ouder? Dan zijn er voor je operatie standaard twee onderzoeken nodig: een bloedonderzoek en een ECG .
  • Neem je bloedverdunners? Je arts geeft aan vanaf wanneer je tijdelijk moet stoppen met die in te nemen.
  • Ben je allergisch voor latex of bepaalde medicijnen of producten? Meld dat dan zeker aan je arts.
  • De uroloog adviseert soms om een aantal dagen voor de operatie antibioticatabletten te nemen. Als dat bij jou nodig is, bespreekt de uroloog dat met je. 

Aandachtspunten dag van de operatie

  • Je bent nuchter. Dat betekent dat je 6 uur voor de ingreep niet mag eten, drinken of roken.  
  • Thuismedicatie mag je innemen met een klein beetje water. Volg ook de richtlijnen die de anesthesist je mogelijk heeft gestuurd als antwoord op de vragenlijst die je hebt ingevuld.
  • Vlak voor het vertrek naar de operatiekamer doe je eventuele juwelen, piercings, lenzen of tandprothesen uit en trek je een operatieschortje aan. 

Verloop operatie en verblijf in het ziekenhuis

  • Je krijgt een infuus voor de toediening van medicijnen, waaronder antibiotica om infecties te voorkomen.
  • De anesthesist brengt je in slaap.
  • Tijdens de ingreep volgen we permanent je hart, bloeddruk en zuurstof op.
  • De uroloog brengt via je plasbuis een smalle buis in. Via dat werkkanaal kijkt de uroloog met een camera in je blaas en neemt met een speciaal instrument (resectoscoop) de tumor weg. Dat gebeurt met een rond metalen lusje waar stroom door loopt. De weggenomen tumor gaat voor weefselonderzoek naar het Labo voor pathologische anatomie.
  • De ingreep duurt ongeveer 30 minuten.
  • Na de ingreep brengen we je naar de ontwaakzaal, waar de verpleegkundigen eventuele pijn en misselijkheid opvolgen.
  • Daarna brengen we je terug naar je kamer.
  • De meeste patiënten krijgen na de operatie een blaassonde om de blaas te spoelen met water. Zo verkleint de kans dat er bloedklonters ontstaan.
  • Meestal moet je 1 nacht in het ziekenhuis blijven, soms langer. As het over een kleine tumor gaat, kan het zijn dat je de dag van de ingreep naar huis mag en niet in het ziekenhuis moet overnachten. 

Mogelijke ongemakken na de operatie

  • In de eerste periode na de operatie kan je last hebben van frequente plasdrang en soms moeite hebben om de plas op te houden. Die klachten verdwijnen meestal na enkele dagen.
  • Een branderig gevoel bij het plassen, meestal aan het begin of einde van het plassen, is normaal.
  • Soms kan de urine nog wat bloederig zijn. Af en toe kan je een bloedstolseltje uitplassen. Dat kan enkele weken duren en is een normaal verschijnsel na deze operatie.  
  • Als je pijn hebt, raden we je aan om 4 x 1 g paracetamol, verspreid over 24 uur, in te nemen. De pijn bij het plassen moet afnemen na 2 tot 3 dagen. Anders kan dat wijzen op een infectie. Contacteer dan je uroloog. 

Aandachtspunten na de operatie (nazorg)

  • Wij raden je aan om de eerste weken 2 liter vocht (geen alcohol) per dag te drinken om de blaas goed te spoelen. Zo voorkom je dat er bloedklonters in de blaas ontstaan.  
  • Na de operatie mag je 2 weken niet sporten en fietsen.
  • Tot 1 week na de operatie mag je geen geslachtsgemeenschap hebben.
  • Zorg dat de ontlasting zacht blijft omdat persen bij de ontlasting de kans op een nabloeding vergroot. Eet daarom vezelrijke voeding en drink voldoende. Neem indien nodig Movicol om de stoelgang malser te maken.
  • Als je bloedverdunners gebruikt, mag je die de eerste week/weken na de ingreep niet herstarten. Als overbrugging worden soms tijdelijk heparinespuitjes gegeven. Volg het advies van je arts. Als je urine erg bloederig is, kan je beter een dag geen bloedverdunner gebruiken. 

Opvolging na een TUR blaas

  • Ongeveer 2 weken na de opname kom je naar de raadpleging voor de uitslag van het weefselonderzoek.
  • Afhankelijk van de uitslag van het weefselonderzoek, kan de uroloog je voorstellen om meerdere blaasspoelingen voor te schrijven.
  • Kwaadaardig blaastumoren kunnen terugkomen. Het is belangrijk dat de uroloog je dan verder blijft opvolgen. Dat betekent dat je regelmatig naar de dagkliniek terugkomt en de uroloog in je blaas kijkt (cystoscopie). 

Mogelijke gevolgen van een TUR blaas

Tijdens de operatie kan een gaatje in de blaas ontstaan (= perforatie). De spoelvloeistof die tijdens de operatie wordt gebruikt, kan dan weglekken en buiten de blaas komen. Als dat gebeurt, zet de uroloog de operatie stop.

Zo’n gaatje sluit zich binnen enkele dagen vanzelf of je krijgt enkele dagen een blaassonde om het te laten genezen.

In zeer zeldzame gevallen is het gaatje te groot en moet het via een kijkoperatie (laparoscopie) worden hersteld. 

Na de operatie kan er een bloeding in de blaas optreden. Meestal kan die worden gestopt door extra te spoelen via een blaassonde.  

Heel soms is een operatie nodig om de bloedstolsels weg te halen en het bloedend bloedvat eventueel dicht te branden. Dat gebeurt dan onder narcose via een kijkbuis in de plasbuis.  

Soms kan je na de operatie een urineweginfectie krijgen. Je kan dan last hebben van pijn bij het plassen en vaak kleine beetjes moeten plassen. Een urineweginfectie is goed te behandelen met antibiotica.

Bij mannen kan een urineweginfectie tot een bijbalontsteking leiden. Symptomen daarvan zijn pijn aan de balzak, roodheid en zwelling. Ook dat wordt met een antibioticakuur behandeld. 

Bijzondere omstandigheden

We geven hier algemene informatie en ook extra informatie naast het gesprek met je uroloog. Bijzondere omstandigheden kunnen ervoor zorgen dat we onze aanpak wat moeten veranderen. Als dat het geval is, zal de uroloog je dat zeker laten weten.

Vragen?

Stel ze gerust aan je arts of aan de verpleging. 

Laatst bijgewerkt op 28/04/2025