In welke situaties gebeurt de ingreep?
Verlies je urine bij het hoesten, niezen, lachen of tijdens een inspanning? Dan spreken we van inspanningsincontinentie of stressincontinentie. Je verliest urine omdat je spieren samentrekken.
Er is vrijwel altijd iets aan je urineverlies te doen. Een van de opties is bekkenbodemkinesitherapie. Als die niet lukt of als de incontinentie te groot is, is de plaatsing van een ‘bandje’ of ‘sling’ een van de meest doeltreffende middelen om urineverlies op te lossen.
Meerdere firma’s produceren zulke bandjes en er bestaan verschillende technieken om ze te plaatsen. Je uroloog zal het bandje voorstellen dat het best bij je situatie past:
- TOT: Trans Obturator Tape
- TVT: Tension free Vaginal Tape
- TVT-O: Tension free Vaginal Tape – Obturatum, Abbrevo, Altis (minisling)
Waar gebeurt de ingreep?
- De ingreep gebeurt in ZAS Augustinus, ZAS Cadix, ZAS Middelheim, ZAS Palfijn of ZAS Vincentius.
De ingreep gebeurt in het dagziekenhuis. Je hoeft dus niet in het ziekenhuis te overnachten, je mag dezelfde dag naar huis. - De controles achteraf vinden plaats in ZAS Augustinus, ZAS Cadix, ZAS Middelheim, ZAS Palfijn, ZAS Polikliniek Hof ter Schelde, ZAS Sint-Jozef, ZAS Vincentius of in de privépraktijk van je uroloog.
Voorbereiding op de operatie
- Tijdens een consultatie vooraf bespreekt je uroloog het verloop van de operatie en de soort verdoving.
- De plaatsing van een bandje gebeurt onder volledige verdoving of epidurale verdoving. Daarom vragen we je om de vragenlijst voor de preoperatieve voorbereiding in te vullen of krijg je een uitnodiging voor een gesprek met een van onze anesthesisten.
- Ben je 65 jaar of ouder? Dan zijn er voor je operatie standaard twee onderzoeken nodig: een bloedonderzoek en een ECG .
- Neem je bloedverdunners? Je arts geeft aan vanaf wanneer je tijdelijk moet stoppen met die in te nemen.
- Ben je allergisch voor latex of bepaalde medicijnen of producten? Meld dat dan zeker aan je arts.
Aandachtspunten dag van de operatie
- Je bent nuchter. Dat betekent dat je 6 uur voor de ingreep niet mag eten, drinken of roken.
- Thuismedicatie mag je innemen met een klein beetje water. Volg ook de richtlijnen die de anesthesist je mogelijk heeft gestuurd als antwoord op de vragenlijst die je hebt ingevuld.
- Vlak voor het vertrek naar de operatiekamer doe je eventuele juwelen, piercings, lenzen of tandprothesen uit en trek je een operatieschortje aan.
Verloop operatie en verblijf in het ziekenhuis
- Je krijgt een infuus voor de toediening van medicijnen.
- De anesthesist brengt je in slaap.
- Tijdens de ingreep volgen we permanent je hart, bloeddruk en zuurstof op.
- De uroloog maakt een klein sneetje in de vagina en twee kleine sneetjes aan beide kanten van de plasbuis. Onder de plasbuis plaatst de arts een ‘bandje’ of ‘sling’ gemaakt van polypropyleen (synthetisch materiaal).
- De uroloog maakt daarna de vagina opnieuw dicht met zelfoplosbare hechtingen.
- De ingreep duurt 20 tot 30 minuten.
- Na de ingreep brengen we je naar de ontwaakzaal, waar de verpleegkundigen eventuele pijn en misselijkheid opvolgen.
- Daarna brengen we je terug naar je kamer.
Mogelijke ongemakken na de operatie
- De ingreep veroorzaakt meestal weinig pijn. Je kan wel een stijf en soms pijnlijk gevoel in de bovenbenen ervaren. Dat verdwijnt na enkele dagen tot weken.
- De eerste dagen na de operatie kan je nog wat vaginaal bloedverlies hebben. Dat verdwijnt snel.
Aandachtspunten na de operatie (nazorg)
- De eerste 6 weken na de ingreep mag je geen betrekkingen hebben en geen bad nemen of zwemmen. Douchen is wel toegelaten.
- De eerste 2 weken na de ingreep mag je geen zware voorwerpen tillen en ook niet intensief sporten.
Wanneer contact opnemen?
Neem contact op als je
- plots hevige of aanhoudende pijn voelt
- plots niet meer kan plassen
- plots urine verliest
- kort na de ingreep koorts hebt hoger dan 38,5° C
Op weekdagen tussen 9 en 17 uur neem je het best contact op met de dienst Urologie. Op andere momenten ga je het best naar de dienst Spoed.
Bijzondere omstandigheden
We geven hier algemene informatie en ook extra informatie naast het gesprek met je uroloog. Bijzondere omstandigheden kunnen ervoor zorgen dat we onze aanpak wat moeten veranderen. Als dat het geval is, zal de uroloog je dat zeker laten weten.
Vragen?
Stel ze gerust aan je arts of aan de verpleging.